De lever staat voornamelijk bekend als de opruimer van gifstoffen zoals alcohol, medicatie en pesticiden. Wanneer deze gifstoffen, alsook lichaamseigen stoffen, onvoldoende worden afgebroken en verwijderd, dan stapelen ze op in je lichaam. Dit berooft je van energie en kan allerhande klachten in de hand werken. Het ontgiften van de lever gebeurt in twee fasen. In de eerste fase ontstaan soms nog meer schadelijke tussenstoffen, die pas in de tweede fase onschadelijk worden gemaakt. Hiervoor zijn heel wat hulpstoffen nodig die je via de juiste voeding binnen krijgt. Bovendien is het niet onze lever en wel onze uitscheidingsorganen, de nieren en darmen, die uiteindelijk de afvalstoffen verwijderen uit je lichaam. Je lever en je darmen hebben een nauwe samenwerking, waardoor het belangrijk is om beide organen in balans te krijgen.

Naast ontgiften, doet de lever nog heel wat meer. Hij is betrokken bij de aanmaak, opslag en afbraak van levensnoodzakelijke voedingsstoffen zoals suikers, eiwitten en vetten. De lever draagt bij aan een stabiele bloedsuikerspiegel, zorgt voor de opslag en het transport van vitaminen, regelt de aanmaak en afbraak van cholesterol en hij zorgt voor de aanmaak van gal, nodig voor de vetvertering en opname van vetoplosbare vitaminen. De lever is met andere woorden betrokken bij het hele metabolisme! 

Een overbelaste, ondervoede of beschadigde lever kan aanleiding geven aan tal van chronische klachten en ziektes. De klachten kunnen zich over het hele lichaam manifesteren en worden daarom niet altijd gelinkt aan een leverprobleem: aanhoudende vermoeidheid, je niet lekker in je vel voelen, spijsverteringsproblemen, huidklachten, vitaminetekorten,... Gelukkig is de lever in staat zichzelf te vernieuwen! Met de juiste voeding kan de lever nieuw, gezond weefsel aanmaken.